Tijdens de Tweede Wereldoorlog voerde Adolf Hitler het IJzeren Kruis opnieuw in. Ditmaal was het geen militaire onderscheiding, maar een ridderorde. Het lint was nu zwart, wit en rood. Het kruis was iets dikker en toonde in het midden het hakenkruis met het jaartal 1939 op de voorzijde en 1813 op de achterzijde.
De ridderkruisen werden, wanneer daar aanleiding voor was, bij bevordering versierd met twee zilveren eikenbladeren op het lint, zwaarden die daaronder werden aangebracht, diamanten op de eikenbladeren en gouden eikenbladeren met diamanten.
Het nieuwe ridderkruis kwam in de plaats van de tot 1918 verleende Pruisische Pour le Mérite. De onderscheiding werd zonder reserves ook aan de lagere rangen verleend. Het was dus ook voor een soldaat of onderofficier mogelijk om het Ridderkruis te verwerven. De commandanten van de legerkorpsen en bevelhebbers van de marine en luchtmacht hadden het recht om de twee laagste rangen in deze orde, uit naam van de Führer, te verlenen.
In eerdere oorlogen werd het IJzeren Kruis ook voor verdiensten achter het front toegekend. Dat was vanaf 1939 niet meer mogelijk. Voor de logistieke ondersteuning en andere verdiensten ver van het front werden andere onderscheidingen ingesteld. Daar werd vooral het Kruis voor Oorlogsverdienste toegekend, waarvan de versierselen, net als die van de Orde van het IJzeren Kruis, op de borst of om de hals werden gedragen.
Het Ridderkruis van het IJzeren Kruis speelde in het nationaalsocialistische Duitsland een grote rol. Foto’s van de ridderkruisdragers werden door het ministerie van Propaganda op voorpagina’s van kranten en weekbladen geplaatst en zij kregen veel aandacht in het bioscoopjournaal.
De bevelhebber van de Luftwaffe, Hermann Göring, ontving na de geslaagde blitzkrieg in Frankrijk een speciaal voor hem vervaardigd grootkruis. Hitler heeft ook een gouden ster met daarop het IJzeren Kruis laten smeden met de bedoeling dit versiersel na de overwinning op zijn vijanden aan Göring te verlenen. Van het uitreiken van deze Göringstern is niets gekomen. De ster werd door het Amerikaanse leger buitgemaakt en wordt in een museum in West Point tentoongesteld.
Om te voorkomen dat er te veel Ridderkruisen verleend moesten worden, stelde Hitler in 1940 het Duits Kruis in. Daarvoor kwamen alleen de dragers van het IJzeren Kruis 1e klasse in aanmerking. Deze ster, door de soldaten spottend het “spiegelei” genoemd, was daarmee de vervanger van het na de val van de Pruisische monarchie afgeschafte Kruis der 1e klasse van de Hohenzollernorde met de Zwaarden.
In de Tweede Wereldoorlog werden volgens officiële, maar slecht gestaafde, opgaven 7028 ridderkruisen verleend. De aantallen kruisen verschillen per auteur.