Het Ereteken Orde en Vrede is bedoeld voor militairen van de 3 krijgsmachtonderdelen en van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Zij moeten in Nederlands-Indië en de aangrenzende zeegebieden tussen 3 september 1945 en 4 juni 1951 ten minste 3 maanden in werkelijke dienst zijn geweest. Het ereteken wordt uitgereikt door de minister van Defensie.
Oorspronkelijk liep de toekenningsdatum tot 27 december 1949. Dat is de datum van de soevereiniteitsoverdracht. 40 jaar later is deze periode verruimd tot 4 juni 1951. Nederlandse troepen hielpen namelijk nog tot die tijd bij het overdragen van bestuurlijke en politionele functies aan Indonesische vertegenwoordigers. En ook bij het evacueren van duizenden Nederlandse onderdanen die de nieuwe Republiek Indonesië uit wilden.
Het ereteken wordt niet toegekend aan militairen die na 27 september 1949 dienst hebben verricht in het toenmalige Nederlands-Nieuw-Guinea en aangrenzende zeegebieden, of in Indonesië.
Op het lint van de medaille kunnen jaargespen gedragen worden. Militairen die (in militair verband) tegen kwaadwilligen moesten optreden krijgen deze gespen toegekend. Onafhankelijk van de tijd van actie wordt voor elk jaar een gesp verleend.
Ingesteld in 1947. Het Ereteken voor Orde en Vrede werd door koningin Wilhelmina op 12 december 1947 in een Koninklijk Besluit ingesteld.