Het Mobilisatiekruis 1914-1918, in een ministeriële kennisgeving van 1925 ook “Mobilisatie-herinneringskruis” genoemd is een particuliere instelling. “Allen, die in de periode Augustus 1914-November 1918 eenigerlei militairen dienst bij de weermacht te land of ter zee hier ten lande of in de Overzeesche Gewesten hebben vervuld, zullen gerechtigd zijn, het herinneringskruis te dragen.Het kruis zal worden gedragen na het onderscheidingsteeken voor langdurigen dienst, doch vóór de buitenlandsche ridderorden en eereteekenen. “. Het kruis werd door het “Nationaal Comité Herdenking Mobilisatie 1914” op 1 augustus 1924 ingesteld en in een Legerorder van 1924 werd militairen toestemming verleend om het kruis, en de baton, op het uniform te dragen. Er is geen Koninklijk Besluit opgemaakt maar de legerorder vermeldt wel dat “het H.M. de Koningin heeft behaagd, als blijk van waardeering van de diensten, door de krijgsmacht tijdens den gemobiliseerden toestand aan den lande bewezen, te bepalen het herinneringskruis, ingesteld door het Nationaal Comité Herdenking Mobilisatie 1914, ook in uniform – zoowel in als buiten dienst – mag worden gedragen. Het kruis werd niet uitgereikt; de Nederlandse overheid was karig geweest met het belonen van de gemobiliseerde soldaten en de vrijwilligers van Landstorm, Landweer en Burgerwacht. Spontaan gevormde comités en bonden moesten inspringen om tastbare herinneringen aan de mobilisatie en de voor Nederland spannende oorlogstijd te scheppen.